Organisatorische inteelt

Kabouter SpillebeenDe zelfgenoegzame reactie van het universiteitsbestuur van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op de bezetting van het Maagdenhuis schetst in een notendop de problematiek van de organisatorische monocultuur. In de biologie is men er allang achter dat inteelt leidt tot ongewenste eenvormigheid van de populatie, met verzwakking en in het uiterste geval het volledig uitsterven van het ras tot gevolg.

Inteelt (de; v(m)):
Voortplanting binnen een kleine groep van aan elkaar verwante mensen of dieren.

Inteeltdepressie:
Achterblijvende groei ontstaan door herhaaldelijke zelfbestuiving.

Toch gaan veel organisaties onverminderd door met het creëren van een monocultuur bestaand uit medewerkers die, naast een grenzeloze ambitie om hogerop te komen, een heilig ontzag hebben voor de heersende hiërarchie. Zij handelen blind in de van hogerhand opgelegde lijn en hoeven zich dus nooit af te vragen wat ze er zélf van vinden.

Deze organisatorische inteelt leidt tot het ontstaan van grofweg twee ‘kampen’. Aan de ene kant staan degenen die gewoon doen wat er van hen verwacht wordt omdat ze graag hun baan willen houden en het wel best vinden allemaal. Deze groep, de ‘struisvogels’ met hun kop in het zand, beslaat het overgrote deel van de medewerkers. Een aantal van hen laat zich vooral leiden door eigenbelang. Men managet niet meer het bedrijf, maar uitsluitend de eigen carrière. Als veelbelovend talent (‘potential’) sta je op de roltrap naar de top en het laatste wat je wilt is geassocieerd worden met verkeerde beslissingen. Opportunisme troef, dus.

Naast deze eerste groep met ‘struisvogels’ en ‘potentials’ is er nog een, aanzienlijk kleinere, tweede groep medewerkers. Zij hebben uitgesproken ideeën over hoe het anders zou kunnen en proberen daar, onder andere door het aangaan van een interne dialoog binnen de organisatie, praktisch vorm aan te geven bij de uitoefening van hun werk. De leiding schuwt echter ieder inhoudelijk debat en vervalt in de primaire reactie van het bagatelliseren van het tegengeluid. “Een kleine groep studenten dupeert het onderwijs” liet bestuursvoorzitter Louise Gunning van de UvA weten bij aanvang van de Maagdenhuisbezetting. Waarop de - inmiddels honderden - actievoeders genadeloos terugsloegen met een spandoek waarop stond te lezen: “Is dit een kleine groep, Louise?”.

Zoals opgemerkt: de ‘struisvogels’ en ‘potentials’ genieten overduidelijk de voorkeur van de leiding die immers alle belang heeft bij een monocultuur van ja-knikkers. Maar zijn dergelijke figuren wel altijd de juiste mensen op de juiste plaats? En laat het management niet heel veel talent onbenut door zich alleen op deze groep te richten? Liever dan deze vragen te stellen - laat staan te beantwoorden - gaat men onverdroten voort met de organisatorische zelfbestuiving, daarmee voorbijgaand aan het biologische gegeven dat dit op termijn niets meer of minder impliceert dan een regelrechte aanslag op het eigen voortbestaan.

De remedie tegen deze organisatorische inteelt is even simpel als doeltreffend (ook dat hebben de ontwikkelingen bij de UvA aangetoond): bundel de krachten aan de onderkant van de organisatie en laat je horen. De discussie over het doorgeslagen rendementsdenken bij de UvA kwam pas goed op gang toen studenten en docenten elkaar vonden in hun onvrede en gezamenlijk tot actie overgingen. Werknemers aller organisaties: laat eens weten wat je er zélf van vindt!

Katinka Velthuijs is auteur van de boeken ‘Hoezo, mijn mensen? Een remedie tegen modern management’ en ‘Hoezo, de baas? Van lijstjes naar leiderschap’ (verschenen bij Eburon Business). Via haar bureau Lunare Persoonlijk Raadgever verzorgt zij workshops en lezingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en leiderschap.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>