Sociale innovatie: waarde verzilveren

Het klassieke beeld van innovatie is die van activiteiten die techneuten doen in een lab of R&D afdeling. Dit is achterhaald: tegenwoordig vindt innoveren plaats op veel verschillende plekken in de organisatie.

Innoveren is meer dan nieuwe slimme technische producten maken – het gaat over nieuwe diensten, over slimmer werken (sociale innovatie), over nieuwe business modellen en nieuwe marketing. Innoveren bestaat uit verschillende elementen – met alleen een nieuwe dienst ben je er niet, want wellicht moet meegenomen worden welke kanalen, welke marketing, welke wijziging in het business model, welke organisatie e.d. daarvoor nodig is. Larry Keeley en zijn collega’s hebben dat in 10 Types of Innovation’ prima uitgelegd.

Door de verbreding van innovatie is echter een vervaging van het begrip innovatie opgetreden. Effectory geeft  bijvoorbeeld aan: “Sociale innovatie is het betrekken van medewerkers bij vraagstukken die spelen binnen uw organisatie. Het actief gebruik maken van de ideeën van je eigen medewerkers om te verbeteren en te innoveren.” Dat is wel erg globaal dus. In de praktijk wordt van alles nu innovatie genoemd. Een paar voorbeelden:

  • organisaties voeren zelfsturende teams is onder het mom van sociale innovatie en beter voor de klant (maar soms gaat het vooral om plat bezuinigen);
  • het nieuwe werken (HNW) wordt als innovatie ingevoerd, maar wat het oplevert, behalve medewerkerstevredenheid, blijft onduidelijk;
  • lean werken wordt ingevoerd als innovatie en mondt uit in een bureaucratische exercitie om fouten op te sporen en processen te stroomlijnen.

Innovatie kent vele definities, die bijna allemaal neerkomen op: iets nieuws / toegepaste creativiteit plus waarde realiseren voor klant en/of organisatie. Hoe nieuw iets moet zijn (incrementeel, radicaal) is onderwerp van discussie. Innovatie gaat niet om iets uitvinden of een goed idee, het gaat erom dat een goed idee, een vernieuwend plan, uitgewerkt wordt en dan waarde oplevert. Welke waarde nu verwacht en verzilverd kan worden, die verkenning ontbreekt vaak. Daarmee wordt het begrip sociale innovatie uitgehold en leidt het tot een geloof dat iets nieuws in de organisatie altijd een verbetering betekent.

Innovaties gaan altijd gepaard met onzekerheid en risico. Dat maakt exacte waardebepaling moeilijk. Een projectmatige werkwijze met een exact business plan werkt doorgaans niet: dat leidt tot een eenmalige en onwerkelijke opvatting over onzekerheid en risico. Maar dat onzekerheden en risico’s moeilijk in te schatten zijn, neemt niet weg dat een serieuze verkenning van de verwachte waarde en onzekerheden onderdeel moet zijn van een initiatief of plan. Punt is dat de inschatting over risico en onzekerheid steeds moet worden bijgesteld. Dus, de vraag: ’welke waarde-opbrengst wordt verwacht voor klant en/of organisatie, en op welke aannames is dat gebaseerd?’ moet regelmatig gesteld en beantwoord worden. Bij sociale innovaties ontbreekt dat vaak. En als die vraag niet goed te beantwoorden is, betekent dat dat er grote risico’s bestaan en de organisatie goed achter de oren moet krabben om bewust een besluit te nemen of zij die risico’s wil nemen of niet. De noodzaak van innovatie staat niet ter discussie, het gaat om bewuste besluiten nemen op basis van verwachte waarde en onzekerheden en risico’s.

Hoe je waarde bepaalt, zal afhangen van de aard van het bedrijf want welke waarde wordt nagestreefd verschilt immers al naar gelang de doelen van de organisatie. De Argumentenfabriek heeft een kaart gemaakt met verschillende punten  die betrekking hebben op sociale innovatie in de zorgsector. De basiscategorieën - financiën, prestaties, werkplezier en arbeidsmarkt - zijn elders ook goed te gebruiken, maar misschien passen in andere bedrijven punten zoals wendbaarheid, ketens, compliance, technische risico’s beter.  Waardebepaling vooraf is gebaseerd op aannames, en daar zit vaak het risico.  Stap voor stap werken is daarom raadzaam.

Twee punten tot slot nog over het omgaan met onzekerheden en risico’s. Ten eerste: onzekerheid en risico zijn niet alleen extern, maar ook intern. Dat gaat om de vraag ‘heeft de organisatie het vereiste innovatievermogen?’ Op die vraag is door middel van een scan meer inzicht te verkrijgen. Ten tweede: hoe groter de onzekerheid, hoe belangrijker een stap voor stap benadering wordt, zoals Eric Ries’ ‘lean startup innovatie’.  Een uitgangspunt van Eric Ries is om verspilling van geld en tijd tegen te gaan, door gestructureerd te werken, snel te leren en met feiten te werken. Die principes zijn bij sociale innovatie ook prima toepasbaar!

Peter Nientied is partner bij Livingstone en richt zich op innovatiemanagement. Hij publiceert en adviseert hierover.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>