Steeds meer werknemers hebben een buitenlandse baas

Nederland heeft niet altijd een positief imago in het buitenland. Dat geldt blijkbaar niet voor investeerders van over de grens: Het CBS bericht dat het aandeel buitelandse ondernemingen onder de grote ondernemingen in de Nederlandse industrie tussen 1994 en 2005 is gestegen van 52% naar 58%. Het aandeel werknemers in de industrie dat deel uitmaakt van een buitenlands concern bedraagt nu ongeveer 190.000. Geen sector zo internationaal georiënteerd of het is de industrie. Zowel in exportquota als in wereldwijde kruisverbanden en leveranciersrelaties loopt de industrie voorop.

Bovenstaande cijfers zijn naar mijn overtuiging vooral een uiting van de voortgaande globalisering van de economie, met de industrie voorop. Deze trens vraagt om een herbezinning op het onderscheidend vermogen van bedrijven. "In oorlogstijd worden de meeste uitvindingen gedaan" zo luidt een bekend gezegde. Dat geldt zeker ook voor het bedrijfsleven. Internationale concurrentiedruk zorgt voor een gevoel van urgentie en spoort het overlevingsinstinct van ondernemingen aan.

Een overspannen reactie op "de uitverkoop" van bedrijven naar het buitenland is dan ook niet nodig. Internationalisering leidt niet per definitie tot filialisering, maar we moeten wel uitkijken dat met de verkoop ook niet het kind met het badwater wordt weggegooid. In een eerder artikel op deze site vroeg ik in dit verband al aandacht voor de dreigende teloorgang van het Rijnlandse ondernemingsmodel.  

Uitgaan van eigen kracht is de beste verdedigingslinie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist in de industrie de roep om innovatie en onderscheidend vermogen het duidelijkst wordt gehoord. Zolang er ruimte blijft om (binnen de genzen van het internationale concernverband) een eigen koers te varen ben ik ervan overtuigd dat industriële bedrijven in Nederland genoeg inventiviteit en veerkracht bezitten om de concurrentie aan te kunnen. Het opkopen van Nederlandse bedrijven kan daarom ook een teken van sterkte zijn: "we" zijn blijkbaar interessant genoeg om in te investeren.  

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

richard puyt
Hoi Edwin,

Ongetwijfeld heeft de Nederlandse industrie genoeg veerkracht. Ik vermoed echter dat het nederlandse belastingregime voor buitenlandse investeerders ook wel eens een rol van betekenis kan zijn. Kijk maar eens hoe snel Ierland is gegroeid door deze fiscaal vriendelijke maatregelen.
Steeds meer werknemers hebben een buitenlandse baas | innovatielog.nl
[...] Nederland heeft niet altijd een positief imago in het buitenland. Dat geldt blijkbaar niet voor investeerders van over de grens: Het CBS bericht dat het aandeel buitelandse ondernemingen onder de grote ondernemingen in de Nederlandse industrie tussen 1994 en 2005 is gestegen van 52% naar 58%. Het aandeel werknemers in de industrie dat deel uitmaakt van een buitenlands concern bedraagt nu ongeveer 190.000. Geen sector zo internationaal georiënteerd of het is de industrie. Zowel in exportquota als in wereldwijde kruisverbanden en leveranciersrelaties loopt de industrie voorop. (more…) [...]