Berichten van

Verantwoord ondernemen, kan dat wel?

Het Financiele Dagblad van afgelopen zaterdag kondigt het dinsdag te verschijnen duurzaamheidsakkoord van VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland aan. Verderop geeft MVO aan dat er drie redenen zijn voor bedrijven om verandwoord te ondernemen: het moet, het loont of men wil het zelf. Opvallend dat MVO voor deze zeer pragmatische insteek kiest, temeer omdat het de vraag is of verantwoord ondernemen wel kan op basis van wet of economische insteek. Een duurzaamheidsinstelling vraagt principiele keuzes. Vooraf een achttal vragen dat dinsdag de basis is voor de beoordeling van het duurzaamheidsakkoord. Aanvullingen en opmerkingen zijn welkom.

Werknemerskunde

De tweede leergang werknemerskunde is 1 maart 2007 van start gegaan. Een verfrissende kijk op bedrijfsvoering, management en organiseren verlost ons van het juk van alleen maar succesdenken uit de bedrijfskunde. Rene ten Bos deed de aftrap met een filosofische beschouwing op bedrijfskunde en de tegenhanger die in Critical management theory gevonden wordt. Hij vroeg zich af waarom bedrijven en managers alleen maar geloven in bedrijfskunde, kunnen we niet (meer) op een andere manier naar organisaties kijken?

Mistige Employability

Het lijkt zo vanzelfsprekend. Bedrijven en werknemers hebben wat gemeen als het gaat om employability: er is zelfs sprake an een win-win situatie. De werknemer ontwikkelt zich en het bedrijf maakt daar gebruik van. Als tegenprestatie helpt het bedrijf de werknemer zich te ontwikkelen. Was de praktijk maar zo mooi. Daar zien we vooral de problemen, maar wat doen we ermee? Werknemers die verwachten dat ze niet heel lang bij hun huidige bedrijf blijven, leveren mindere resultaten dan werknemers die verwachten dat ze nog lang bij hun huidige bedrijf opereren. Is employability wel gezond voor een bedrijf? Een warm pleidooi voor de termen werkzekerheid en employabilitybeleid.

Samen werken, samen leven

Innovatief organiseren vraagt om een ambitieuze overheid. Om het in PvdA- Rawlsiaanse termen te zeggen: de overheid moet sensitief zijn voor de ambities van individuen in de gemeenschap. Die sensitiviteit bestaat uit het ondersteunen van, maar ook prikkelen van mensen en bedrijven om te vernieuwen, veranderen en verbeteren. Wat ziet het nieuwe kabinet als belangrijkste maatregelen?

Waar moet het heen met de medezeggenschap (2)

Wat als we de medezeggenschap loskoppelen van het instituut ondernemingsraad? Dan kunnen we niet anders dan te starten bij de werknemer. Alle mogelijkheden voor andere vormen van participatie voor werknemers liggen open. Kunnen werknemers op het gebied van strategie en bedrijfsvoering voldoende inbrengen? Ja, maar werknemers zijn loyalere en strengere managers dan de managers zelf, dus het is de vraag welke medezeggenschap hier bereikt wordt. Denkt de werknemer dan nog aan zichzelf?

Waar moet het heen met de medezeggenschap? (1)

De medezeggenschap lijkt bezig aan een voorzichtige revival. Het debat ligt weer op tafel en daarmee krijgen de idealen van oudsher ook weer een kans. Afgelopen zomer heeft Basis & Beleid in samenwerking met het Hugo Sinzheimer Instituut een scenariostudie gedaan voor Minister De Geus. Vorige week in een debat over de beleidsimplicaties van de vier scenario’s werd duidelijk dat er nog veel te sleutelen is medezeggenschap echt zijn meerwaarde bewijst. Vakbonden, ondernemingsraden, HR, werkgevers en de overheid hebben nog een lange weg te gaan. Het begin van een zoektocht.

Bruisende en liefdevolle beschrijvingen van de organisatie

Op de voorgrond rechts zitten drie mannen in overalls. Kop koffie en kaarten op tafel, ergens verborgen wat munten voor de inzet. De mannen zijn duidelijk verschillend, opgewonden en maken wilde gebaren. De een wijst naar een oude machine die er vervallen uitziet. De ander wijst op het ISO 9000 lijstje dat niet ingevuld is. De derde is al in beweging richting een calamiteit die direct opgelost moet worden.

Hoe de schilder het duidelijk maakt is mij onduidelijk, maar hij laat de gezamenlijke vijand zien: de manager. De manager staat in felle spotlights aan de linkerkant van het schilderij met de rug naar zijn manschappen. Niet omdat hij ze vertrouwt, maar omdat hij een groter gevaar ziet komen. Hij overlegt met mannen op een platform en wijst in de verte.