De rol van management: vroeger, nu en in de toekomst

Gary Hamel is één van de belangrijkste hedendaagse denkers over management. Vooral over de noodzaak voor management om zich te transformeren om haar nieuwe rol goed te kunnen vervullen. Als u een keer geen zin heeft om te lezen, maar lekker op de bank kennis over innovatief organiseren wilt vergaren, kijk dan naar dit boeiende filmpje! 

Volgens Hamel is deze innovatie van de rol van management hard nodig. De rol die management noodzakelijkerwijs vervulde bij haar ontstaan in 1890 is wezenlijk anders dan de rol die nu en in de nabije toekomst van management wordt verwacht. In dit filmpje legt Hamel dit prachtig uit:

http://www.youtube.com/watch?v=K3-_IY66tpI

Omdat ik de inhoud niet beter kan verwoorden dan de toelichtende tekst op de website van The MIX, hierbij de originele Engelse samenvatting:

‘Watch Gary Hamel make the case for reinventing management for the 21st century. In this fast-paced, idea-packed, 15-minute video essay, Hamel paints a vivid picture of what it means to build organizations that are fundamentally fit for the future -resilient, inventive, inspiring and accountable. "Modern” management is one of humanity’s most important inventions, Hamel argues. But it was developed more than a century ago to maximize standardization, specialization, hierarchy, control, and shareholder interests. While that model delivered an immense contribution to global prosperity, the values driving our most powerful institutions are fundamentally at odds with those of this age. Zero-sum thinking, profit-obsession, power, conformance, control, hierarchy, and obedience don’t stand a chance against community, interdependence, freedom, flexibility, transparency, meritocracy, and self-determination. It’s time to radically rethink how we mobilize people and organize resources to productive ends.’

Kort samengevat is Hamel’s stelling dat ‘organizations fit for the future are organizations fit for people’. De rol van management moet daarbij transformeren van ‘hiërarchisch regelen’ tot ‘faciliteren’ voor ‘professionals’. De moderne organisatie als omgekeerde piramide.

Het filmpje geeft ook een mooi overzicht van het ontstaan van management, de ontwikkeling tot op heden en de actuele veranderingen die management dwingen zich te transformeren.

Een aanrader om naar te kijken!

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Johan Roels
Eric,

Inderdaad, deze korte presentatie - in echte TED style - is een aanrader. Gary is een enthousiaste spreker, met een heel eigen 'rock stijl (ik vrees dat hij eens van een podium zal donderen), luid ook (ik ben dat ook), en, zoals Dan Pontefract ooit opmerkte, "with plenty of Tweetable catch-phrases".

Hij heeft het m.i. bij het rechte eind. De organisaties dienen dringend te transformeren en management heeft daar een cruciale rol in te spelen. Edoch, het probleem is management. De crisis, ergo, is management.

En... de reeks "community, interdependence, freedom, flexibility, transparency, meritocracy, and self-determination" doet sterk aan het "Creative Interchange Process (Creatieve wisselwerkingsproces) denken, toch?!?

Creatively,
Johan
Maarten de Winter
Lid sinds 2016
Dag Eric,

Niet alleen Hamel, maar ook vele andere Academici verbonden aan de Londen School of Economics en andere instituten verkondigen deze boodschap nu 5 à 10 jaar. De crisis in management is al zo'n 15 jaar gaande.

Het is goed dat het denkwerk over de vraag waarom verandering nodig is ook de academische wereld volop bezighoudt. De pleidooien zijn vaak mooi opgebouwd en het is fijn om er naar te luisteren. In Nederland zie ik de Erasmus Universiteit een voortrekkersrol vervullen.

Wat mij zorgen baart is dat deze Academici geen samenhangende transitiestrategie entameren. Vele managers zijn inmiddels wel overtuigd; de vraag is niet "waarom" maar "hoe".

@Johan. Een verantwoordelijk manager legt niet zomaar zijn rol neer, zonder zorg voor de nieuwe organisatie; dat is een onverantwoord. Je kunt derhalve niet stellen dat de managers het probleem zijn. Een samenhangend transitieraamwerk is nodig. Een Architect legt zijn visie op een bouwtekening neer. En die mist in het verhaal van Hamel.

Dat is geen verwijt maar een constatering. Er is werk te doen en de Academici komen echt niet met de bouwtekening. Dat is hun rol niet. Dan worden ze immers beste stuurlui.
Myriam de Jong
Ik ben blij dit pleidooi te horen uit de mond van een Amerikaan. Lange tijd stond het Rijnlandse (lees Europese) principe tegenover het Angelsaksische. Het historische overzicht dat Hamel geeft is de geschiedenis van het Taylorisme, inderdaad de eerste die management als wetenschap heeft uitgevonden vanuit de noodzaak zoals Hamel die beschrijft. Hier in Nederland hadden we dat lange tijd niet nodig, omdat ons systeem gebaseerd was op dat van de gilden: leerling-gezel-meester. Mensen werden niet gezien als robots; het vakmanschap werd overgedragen van mens op mens.

De industriële revolutie en de toenemende dominantie van Amerikaanse wetenschappelijke visies (zelfs tijdens mijn studie Nederlands/algemene taalwetenschappen moest ik Amerikaanse literatuur verwerken) zorgden ervoor dat het Angelsaksische systeem ook in Nederland de voorkeur kreeg boven het Rijnlands/Europese model. Veel planning en control, spreadsheet management. Ik zie het in alle organisaties die overheid-gefinancierd zijn. Om van de rest maar niet te spreken. Gelukkig hebben we in Nederland al jarenlang voorvechters van dit Rijnlandse/Europese model, waarvan Jaap Peters en Jan Jaap Brouwer met hun boek Nieuw Europees Organiseren voor mij de meest prominente zijn. De laatste jaren zie je steeds meer publicaties verschijnen die uitgaan van dezelfde principes: de menselijke maat en het waarom centraal, faciliterend management gericht op het inspireren en motiveren van medewerkers, ervan uitgaande dat dat automatisch leidt tot de gewenste resultaten. Het is een uitgangspunt dat ik als interim-manager voortdurend toepas omdat het ook mijn diepste overtuiging is dat je alleen in verbinding met de mensen gemotiveerde en goed lopende teams krijgt.

Ik ben blij dat het Europese model nu ook in Amerika steeds meer voet aan de grond krijgt. Dan zal het over een aantal jaren vanzelf de nieuwe dominante managementvisie worden en worden (ook overheid-gefinancierde) organisaties weer organisaties van mensen.
Johan Roels
Dag Eric,

Op deze laatste dag van het jaar, naast mijn beste wensen voor een gezond 2016 voor ‘u en de uwen’, nog een paar ‘comments op comments’.

@Maarten, u stelt in uw bijdrage: “Een verantwoordelijk manager legt zich niet zomaar bij zijn rol neer, zonder zorg voor de nieuwe organisatie; dat is een onverantwoord. Je kunt derhalve niet stellen dat de managers het probleem zijn.” Sta mij toe om bij uw reden om te stellen dat de managers niet het probleem eens te glimlachen. Ik zou namelijk de verantwoordelijke managers die zich vastklampen aan het op de draad versleten paradigma niet de kost willen geven, uw wel?!?

@Myriam Ik noem Frederick W. Taylor niet de ‘de eerste die management als wetenschap heeft uitgevonden’. Henry Fayol komt daar m.i. ook voor in aanmerking. Eigenlijk stonden beiden aan de wieg van het management. Frederick Taylor wordt de vader van het ‘Scientific Management’ en Henry Fayol de vader van ‘de Principes van het Management’ genoemd. Het grote verschil tussen Taylor en Fayol is niet het minieme verschil in hun familienaam, maar wel dat Taylor het ‘probleem’ van onder naar boven benaderde en Fayol andersom. Meer daardoor is de hiërarchische structuur van het op de draad versleten managementparadigma eerder een erfenis van Henry dan van Frederick. U heeft gelijk het Rijnmodel een Europees model te noemen, maar bedenk dat Fayol een Fransman was. Henry schreef zijn theorie neer op het einde van z’n carrière als mijningenieur. Zijn boek “Administration Industrielle et Generale’ werd in volle ‘Grootte Oorlog’ gepubliceerd en wordt volgend jaar een eeuweling. Henry Fayol schopte in het bedrijf, waar hij tot zijn 77ste (!) aan de slag bleef, tot directeur. Hij paste toen al een dertig jaar zijn theorie toe. Mede daardoor werd z’n bedrijf op het einde van de negentiende eeuw van de ondergang gered. Het is wel zo dat het boek van Henry maar verscheen toen Frederick reeds overleden was. Daardoor, en voornamelijk door het feit dat Fayol maar echt goed bekend werd toen z’n werk in de jaren veertig van vorige eeuw in het Engels werd vertaald, komt het dat de titel van ‘vader van het management’ steevast aan Frederick Winlow Taylor wordt toegekend.