Wie alleen werkt telt op, maar wie samenwerkt vermenigvuldigt!

Franse Rafale jachtvliegtuigen die wegschieten vanaf een Brits vliegdekschip. Het gezamenlijk oppakken van onderhoud van de A-400 transportvliegtuigen. Het opzetten van een gemeenschappelijke Frans-Engelse strategie voor het operationeel houden van kernwapens. Nog maar vijf jaar geleden was dit absoluut ondenkbaar! Maar nood breekt wet én trots. De noodzaak om fors te bezuinigen opent immers ongekende perspectieven in het defensiebeleid van Europese landen.

Als zelfs deze landen op militair gebied tot de conclusie komen dat ze letterlijk over de schaduw van hun eigen koninkrijk moeten springen, wat weerhoudt ons dan in de publieke zaak om dat voorbeeld te volgen?

Om die reden hebben de Britten en de Fransen onlangs een akkoord over militaire samenwerking gesloten, ook omdat deze militaire reuzen hun grandeur en imperiale ambities gewoon niet meer op eigen kracht kunnen waarmaken. Beide landen zijn inmiddels tot de conclusie gekomen dat het niet praktisch is om het hele spectrum van militaire vermogen in stand te houden. En dat is écht een radicale verandering: het gaat immers niet om details, maar om een scala van fundamentele zaken die men samen gaat doen op militair gebied. Experts zien dit dan ook als een psychologische waterscheiding. Eerdere pogingen om te stroomlijnen zijn namelijk op niets uitgekomen: wel erover praten en schrijven, en dan toch maar niet doen. Maar door de druk van die schaarse middelen wordt men nu gewoon gedwongen om samen minder geld slimmer uit te geven en meer te besparen door het benutten van nog onverzilverde schaalvoordelen. Om zo ook samen meer te kunnen realiseren. ‘Hierna kun je gewoon niet meer terug’ aldus de directeur van het Europese Defensiebureau EDA.

En dit voorbeeld opent écht perspectieven. Of niet soms? Als zelfs deze landen op militair gebied tot de conclusie komen dat ze letterlijk over de schaduw van hun eigen koninkrijk moeten springen, wat weerhoudt ons dan in de publieke zaak om dat voorbeeld te volgen? Om die handschoen ook op te pakken en om elkaar meer en beter te gaan versterken. Om samen-het-werk-te-verdelen. Om dus af te stappen van de luxe dat ieder overheidsorgaan over haar eigen uitvoeringsorganisaties zou moeten beschikken. Door op elkaar gelijkende processen of delen daarvan op de terreinen beleidsvorming, uitvoering, toezicht of bedrijfsvoering te bundelen, kan namelijk een immense slag worden gemaakt. Door die knowhow breder te delen. Voor een omvangrijker toepassingsgebied.

Een bijkomend voordeel is dat er op die wijze ook wordt bijgedragen aan een meer integrale dienstverlening en synergetische effecten in die kritische bedrijfsprocessen. Nog los van het feit dat je zo ook laat zien dat je een visie hebt op de inrichting van ons publieke apparaat. Dat er zo wordt gewerkt aan een toekomstvaste overheid. En om dan maar te zwijgen wat het effect is op de attractiviteit als werkgever doordat je de collega’s ook in de gelegenheid stelt om op meerdere plekken in de organisatie hun werkplezier op te zoeken. Gelukkig dus dat veel van dit gedachtegoed ook terug te vinden is in de recente nota ‘compacte overheid’ van minister Donner. Want als deze schaarste nú niet als een koevoet wordt gebruikt om een aantal patroondoorbrekende interventies te realiseren, op welk moment dan eigenlijk wel?

Laten we ons daarom focussen op de échte maatschappelijke vraagstukken en daar ons apparaat om heen organiseren. Moet je eens kijken hoeveel winnaars dat oplevert! Dit alles volgens het motto: ‘Wie alleen werkt, die telt op, maar wie samenwerkt, die vermenigvuldigt’.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>